De zoo in Rotterdam verdient zijn naam. M en ik hebben er vandaag in goed gezelschap een heerlijke voormiddag doorgebracht. Giraffen, tijgers, olifanten, eenden, schildpadden, vlinders, flamingo's, blonde vierjarige F, krokodillen, saucijzenbroodjes, dochterlief vond het allemaal hoogst interessant. Maar het hoogtepunt lag meteen aan het begin van ons dierentuinbezoek: de aapjes. Bokito (beroemd geworden na zijn ontsnapping vorig jaar) stapte dreigend rond achter het glas, de minstens zeven maal kleinere M staarde even stoer terug en was niet onder de indruk. Dat was ze wel van de kleine apensoort in het verblijf* ernaast. Een piepklein vijf maanden oud aapje (de soortnaam is me ontglipt) sprong dartel heen en weer, op en af z'n moeders hoofd, in en uit de takken en op en neer achter het raamkozijn - tot groot jolijt van M die ervan overtuigd was dat hij kiekeboe met haar speelde.
*Betrapt. Ik probeer eufemismen uit voor het woord 'kooi', want dat is en blijft het natuurlijk wel ondanks de aangename speeltuigen, klauterbomen en bergen hooi.
En verder:
- kregen we van collega E het allermooiste poppenhuis van de wereld. Wordt vervolgd;
- heb ik een nieuwe naaimachine. Wordt ook vervolgd;
- gaf M de Albert Heijn-merchandising-hamster kusjes toen ze bij hem in de boot mocht. Ik, die het geld in het gleufje stak waardoor de boot ging schommelen en muziek maakte, kreeg geen kusjes, maar boze blikken toen ik haar er na afloop uit probeerde te halen;
- schijnt de zon zo heerlijk warm hier in Den Haag;
- zingt M zichzelf tegenwoordig in slaap 's avonds. De woorden zijn onherkenbaar, maar de melodie is overduidelijk Kortjakje;
- ging M gisteren voor het eerst spontaan zelf op haar potje plassen. Niet-ouders fronsen nu onbegrijpend hun voorhoofd, maar geloof me vrij, van zo'n mijlpaal word je blij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten